Een nat pak en een lekke band

20 mei 2022 - Kâmpôt, Cambodja

Na een heerlijke nachtrust zijn we uiteraard ook vanmorgen weer gestart met een fijn ontbijt. Dat is echt heel fijn geregeld hier. We hebben gisteren de scooter huur verlengt voor vandaag, omdat we sommige plekken nog niet gezien hebben. Dus als we helemaal opgefrist en uitgegeten zijn, stappen we weer op onze tweewieler en draaien we rechts de hoofdweg van Kep op. De benzinemeter geeft aan dat we nog ruim over de helft hebben dus, we komen een heel eind.

We moeten nog wel een flink eind rijden vandaag, want de berg met waterval en tempel die we willen bezoeken ligt aan de andere zijde van Kampot. Een stad die zo’n half uur rijden af ligt van Kep. De scooter rijdt prima, dus met een blij hoofd scheuren we langs alle straatstalletjes. Bij Kampot wordt het duidelijk wat drukker op de weg en gebruik ik net zoals alle Cambodjanen wat vaker de toeter. Niet om mensen af te schrikken, maar om te vertellen dat we er aan komen. En die Cambodjaanse rijstijl gaat me steeds beter af. In het centrum van Kampot lijkt het soms een mierennest van scooters en tuktuk karretjes, maar ook daar manoeuvreer ik ons heel rustig door heen. Het is geweldig hoe het hier werkt. Iedereen kijkt elkaar een beetje aan en geeft elkaar de ruimte. Verkeersstress kennen ze hier niet. Maar het is wel goed op blijven letten, want soms rijden we met vier scooters naast elkaar op de weg en komt er iemand aan mijn kant ons tegemoet rijden. Dus in tegenover gestelde richting! En dan de loslopende honden aan de kant van de weg, die zomaar oversteken en een koe die al een tijdje stilstaat op de weg. Ik zeg al tegen Sasha dat dit niets voor Ria zou zijn haha, maar als je maar gewoon blijft kijken en sturen gaat alles heel soepel gewoon voort.

Heel langzaam laten we de drukte achter ons en rijden we weer het platteland op richting de grote berg voor ons. Gelukkig is deze weg goed geasfalteerd, want zo’n weg als gisteren rijdt verre van ontspannen. Het wordt steeds groener om ons heen en we genieten volop van de rit. Heel langzaam begint de weg omhoog te hellen, zodat we binnen een korte tijd de stad al van bovenaf kunnen bewonderen. De weg wordt steeds een beetje steiler, maar het is prima te doen. Sasha kijkt over mijn schouder mee en geeft dan aan dat de benzinemeter nog maar twee streepjes aangeeft. Dat is vreemd, aangezien hij bij vertrek nog meer als de helft aan gaf. Heel waarschijnlijk komt het door de steile helling, waardoor de scooter meer power moet leveren. Bovenop de top van de berg is een tankstation, maar gaan we die wel halen vragen we ons af. Ik durf niet zomaar meer te stoppen en houd iets minder snelheid aan. Met nog maar één streepje op de teller moeten we nog een kilometer of tien stijgen, dus met zweet op ons hoofd en rug rijden we rustig aan door. Nog een bocht door en dan ineens zien we daar een grote parkeerplaats met een stalletje. Een paar jongedames verkopen daar wat snacks en drinken en wat offers voor bij de tempel. En ja hoor ze hebben ook nog een paar flessen met benzine staan voor ons. Zoals we dit wel al vaker hebben gezien in de stalletjes slaan ze de benzine gewoon op in oude drinkflessen, Dus de jongedame komt met twee anderhalve liter flessen Fanta en Sprite aanzetten. Beide gevuld met scootersap. Pfff daar zijn we heel blij mee, want je wil niet halverwege de berg stil staan. Tijdens de rit naar boven is ook de temperatuur flink gedaald en is het heerlijk fris op de berg. We checken onze mobiel en zien dat we van 36 graden beneden in de stad, naar 24 graden hierboven zijn gegaan. Dat is dus een flink verschil. Als we naar rechts kijken zien we in de verte een enorm groot Buddhabeeld op de top van de berg staan. Daar gaan we eerst een kijkje nemen en we bedanken de dames van het winkeltje. Nog een klein stukje verder de heuvel op en we kunnen onze scooter parkeren. We lopen de trap op en zien daar een heel groot beeld die over de provincie uitkijkt. Onderaan het beeld staan nog wat beelden van dieren, die de Chinese  mythologische jaren aangeven. Hieruit maak ik op dat het enorme Buddhabeeld ook door chinezen neer gezet zal zijn. En dat heb ik in deze reis veel terug gezien, dat de chinezen Cambodja aan het over nemen zijn. Veel hotel resorts, grote restaurants, winkelcentra en veel meer, zijn in handen van chinezen. 

Bij het beeld op de top lopen enkele toeristen rond en wat plaatselijke inwoners en we worden weer van alle kanten bekeken. Het is bekijken en bekeken worden hier en dat kan erg leuk zijn soms. Er wordt gekeken, soms stiekem, en dan een beetje gelachen. En meestal ben ik het die dan een conversatie aan probeert te gaan. Soms lukt het en worden er drie woorden met elkaar uitgewisseld. Meestal gewoon iets van goedendag, hallo en tot ziens en de inwoners vinden het dan prachtig dat we dat in hun Khmer taal doen natuurlijk. Het is een leuk spel.

Zojuist is er een groepje monniken in hun oranje gewaden gearriveerd en ook zij kijken ons aan, evenals ik hun bekijk. Het oranje steekt prachtig af tegen het groen en het lichtblauwe Buddhabeeld. Ik raak in gesprek met één van de monniken en hij verteld in gebrekkig Engels dat ze uit Siem Reap komen. Veel verder komt het gesprek niet, want daar is zijn Engels te zwak voor, maar ze blijven ons wel aan kijken. Onderaan de trap hebben we de scooter neer gezet en aan de overkant van de weg staat een huisje. We nemen een kijkje en lezen op een bord dat dit ooit een buitenhuis was van Koning Sihanoukville. Uiteraard leuk om even te bekijken, maar het is helemaal verlaten en staat vol met Graffiti kunst. Het voelt als een huis uit de Belgische plaats Doel. En past helemaal niet in de Cambodjaanse omgeving. Na een rondje over het terrein te hebben gewandeld zetten we onze trip voort richting de waterval. Ook in dit gebied zie je een enorme economische ontwikkeling. Er worden grote resorts aangelegd en hele woonwijken, maar overal staan grote Chinese borden. Bij een groot, overigens vreselijk lelijk hotel stappen we even af om een tempel er naast te bekijken. Ook dit is weer een Chinese tempel en wordt waarschijnlijk beheerd door een oudere Chinese man in winterjas. De man spreekt geen enkel woord Engels, dus kan ons niets vertellen over de tempel helaas. We rijden de weg door en komen dan bij een stukje natuur met een groot restaurant en een entree. We betalen een dollar om binnen te komen en lopen en mooi stukje natuurgebied in. Aan de zijkant horen we een rivier hard stromen en zien we daar enorme grote stenen ruig opgestapeld liggen, om zo te proberen het woeste water in goede banen te leiden. Het ziet er mooi uit, maar dit is nog niet de waterval. Daarvoor lopen we nog een meter of vijftig verder en zakken we enkele meters naar beneden via een stenen trap. Voor ons zien we een gedeelte van de diepte waarin de waterval zich stort en het enorme groen wat zich er omheen heeft gevestigd. Prachtig. Via de zijkant kunnen we over wat grote stenen stappen om zo iets beter zicht te krijgen op de waterval. Het is wel opletten geblazen, want de grote stenen platen hebben soms diepe gaten vol water, dus stappen we van steen naar steen om maar geen natte voeten te krijgen. En dan hebben we een een mooie plek aan de rand van de rotsen waar we veilig een prachtig uitzicht hebben. Het water stroomt woest over de rand en stort zich dan enkele meters naar beneden. Een hele mooie plek. We nemen de omgeving in ons op en kijken en luisteren wat naar de natuur. Helaas komt er nu een grote groep toeristen bij zitten en dus houden wij het voor gezien. We stappen enkele stenen terug en Sas geeft aan dat we maar moet terug lopen. Goed plan lijkt me en ik neem een flinke stap naar rechts. Met twee voeten zak ik in een diep gat met water en weet ik me nog net op te vangen aan de hoge rand links van me. Tot aan mijn middel ben ik zeiknat en klauter ik de rand op. Gadverdamme, dat is balen. Ik maak snel even de rekening op, maar voel en zie dat ik gelukkig niets heb, behalve een half nat pak. Ook de tas op mijn rug is aan de onderzijde wat nat, maar het water is niet doorgedrongen naar binnen. Gelukkig maar en we kunnen er alweer een beetje om lachen. Met sompige schoenen lopen we naar boven en sta ik in het zonnetje een beetje mijn kont te drogen. Dat drogen gaat nog wel even duren ben ik bang. Ik loop in het restaurant even de toilet ruimte binnen om mijn handen te wassen en mezelf te bekijken. Mijn knie is ietsje rood, maar verder heb ik gelukkig niets. We nemen lekker een ijsje en lopen weer terug naar de scooter. Ondertussen wel een beetje lachend, want het was een domme stap van me.

Vanaf de parkeerplaats sturen we de scooter naar rechts richting een grote tempel in de buurt, maar eerst komen we nog langs het lelijke Chinese hotel en Sasha stelt voor om daar even te plassen. Er is een scooter parkeerplaats en we worden vriendelijk doch dringend verzocht om hem daar neer te zetten, net voordat ik hem voor de deur wil uitzetten. We lopen naar binnen en stappen een verschrikkelijk lelijke crème groen bruine hal binnen. We zien de toilet ruimtes en duiken snel naar binnen. Even nog de handjes opfrissen en terug richting de voordeur. Daar worden we gevraagd of we iets willen eten, maar nee hoor. We hebben geen honger en zetten door. Tijdens de rit over en langs de zijkant van de berg komen we verschillende malen apen tegen. De makaken lopen langs de wegen op zoek naar eten en hopen natuurlijk dat mensen iets voor hun achterlaat. Op de terugweg zullen we wat banaantjes meenemen voor ze, dat is altijd leuk. Sas vind dat nog wel wat eng, omdat ze bang is dat ze ons bespringen, maar die angst heb ik helemaal niet.

Na een kleine tien minuten, rijden we het terrein op van de tempel. Het is iets groter dan ik had verwacht met verschillende tempels en stupas. Stupas zijn puntige ronde torentjes waar vaak mensen in begraven liggen. Aan de rechterzijde is een evenementenzaaltje waar buddhistische gebedsmuziek vandaan komt. Nadat we ons schoenen uit doen lopen we een grote ruimte binnen waar alle muren beschilderd zijn met zeer mooie gekleurde afbeeldingen. Ook het plafond is vol en op de grond liggen een aantal vloerkleden. Aan het eind tegen de smalle wand staan een enorm aantal beelden. Een groot Buddha beeld achteraan en veel kleinere ervoor en uiteraard een offerplaats. Buiten zijn nog een aantal grote Buddhabeelden te bekijken en achterin het complex wonen enkele monniken. Ze houden kippen en een kalkoen en buiten hangt hun oranje gewaad lekker in de zon te drogen.

We rijden terug naar de top van de berg en richting de weg waar we vandaan kwamen. Bij het winkeltje waar we vanmorgen nog een paar liter benzine kochten, kopen we nu een stronk met zo’n twintig bananen. Langzaam rijdend gaan we de weg terug en ik voel dat de voorband wat zacht is, maar het is prima te doen. Elke kilometer dat we zakken lijkt het warmer te worden en dan rijden we op een stuk waar de apen op hun gemak aan de kant van de weg zitten. Ik stop de scooter en Sas haalt een banaan van de stronk, maar als we die gooien lijken ze eerst niet enthousiast. Misschien gooien we ze niet ver genoeg of worden ze te vaak gevoerd. 

We rijden even een stukje door waar meer apen zitten en ik gooi zelf een paar bananen. Nu worden we wel opgemerkt en een aantal , vooral kleinere apen beginnen onze kant op te rennen. Toch blijven ze op een prima afstand en kunnen we ze goed bekijken. Soms passeert er een scooter of een auto en duiken ze snel naar de zijkant, maar de meeste blijven prima in de buurt zitten. Die twintig bananen zijn we natuurlijk binnen no time kwijt, maar het is leuk om de aapjes te bekijken en we zien ze achter elkaar aan springen door de bomen. We zetten onze afdaling voort en ik merk dat het voorwiel wat vreemd doet. “Oh jee” zeg ik tegen Sas, “we hebben een lekke band”. Het sturen gaat steeds zwaarder en doordat de band vrijwel leeg is is er een grotere kans op glijden, dus we gaan met een slakkengangetje verder. Gelukkig hoeven we nog maar zo’n zes kilometer tot aan de poort en dan zijn we alweer in Kampot. Op de eerste rotonde van Kampot zit een tankstation en ik rijd ons daar naartoe om hulp te vragen. Helaas kunnen ze ons niet helpen met de band, maar zo’n tweehonderd meter verderop is een winkel die het wel kan zeggen ze. Dus verder kruipen langs de zijkant van de weg, totdat het stalletje aan de kant van de weg in zicht komt. Een man, vrouw een paar kleine kinderen zitten hier tussen allerlei rommel op de grond en ik zie diverse scooters staan. Helaas spreken ze geen enkel woord Engels, dus ik wijs naar de voorband. De vrouw pakt een doos, terwijl een jong kind van amper tien jaar een slang pakt om hem op te pompen. De vrouw wijst naar de doos, maar ik heb geen idee wat ze bedoeld. Er zitten glimmende stickers op en veel vreemde leestekens. De band is opgepompt voor vijfentwintig cent en we danken de familie. Helaas na nog geen twee kilometer rijden is de voorband alweer leeg. Het is duidelijk dat hij geplakt moet worden. Sas kijkt op haar internet waar we terecht kunnen en we zoeken een centrale plek in de stad Kampot. Met een enorme grote Durian vrucht midden op de rotonde is dit het centrum van de stad en we zetten de scooter even neer. We besluiten om even ergens wat te gaan drinken en nemen er een kleine snack bij. Ondertussen belt Sas even met het hotel die voor ons de scooter heeft geregeld en die verteld dat we hem ergens op eigen kosten moeten laten maken. Dus op internet zoeken naar een reparatie bedrijfje. Het geluk is aan onze zijde als we aan de overkant van de rotonde in een straatje terecht kunnen. Het winkeltje heeft heel veel scooters staan en er zijn een aantal jongens aan het sleutelen. De band moet geplakt worden, dus komt de jongeman met een doos aanlopen met glimmende stickers en vreemde tekens. Ach, dat is nou jammer. Dat is precies dezelfde doos waarmee de vrouw vijf kilometer terug mee aan kwam. Als we dat hadden geweten… Binnen tien minuten heeft de jongeman onze voorband geplakt en betalen we hem vijf dollar. Prima geregeld en we kunnen weer op weg. Naar Kep toe is het nog een half uur rijden en nadat we even gekeken hebben waar we hier kunnen dineren, besluiten we ons avond eten in het hotel te bestellen. De laatste nacht bij Raingsley Bungalow. We frissen ons even op en gaan om zeven uur aan een tafeltje naast het zwembad en de bar zitten. Sassie heeft lekker bordje spaghetti met roomsaus en spekjes en ik een steak met wat salade en patat. De steak is heerlijk en ook de salade is prima. De patatjes zijn wat slap, maar wel vers gemaakt. Voor de eerste maal in deze vakantie drink ik een Cambodian biertje bij het eten. Als een soort afsluiting van onze reis. Morgen vertrekken we om twaalf uur met de bus terug naar Phnom Penh en zit het er echt bijna op. Nu eerst fijn slapen en alle indrukken van vandaag verwerken.

Van reisblog naar fotoboek
Laat een prachtig fotoboek afdrukken van je verhalen & foto's. Al vanaf € 21,95.
reisdrukker.nl

Foto’s

3 Reacties

  1. Ties:
    21 mei 2022
    Zo weer "even" bijgelezen en bij gekeken. Wat een jaloersmakende verhalen en plaatjes!!!
    Sommige dingen zijn wel herkenbaar zo als de flessen benzine en fruitsoorten.
    Nog even verder genieten!!
  2. Ria Koreman:
    22 mei 2022
    Jeetje wat een verhaal weer, hoop dat je geen last van je knie houd schat. Geniet de laatste uurtjes nog samen voor dat je weer naar huis gaat naar je lieverd. geef Sasha maar een dikke knuffel van ons en voor jou ook natuurlijk. XXX
  3. Henk Spijker:
    24 mei 2022
    Gelukkig zat je wat bij de bewoonde wereld met die lekke band. En wat ook opviel is dat jullie maar blijven eten. Het was weer een leuk verhaal