Pepers en een zware beproeving

19 mei 2022 - Kâmpôt, Cambodja

Na een heerlijk nachtrust ontwaken we in onze bungalow in Kep, rechts onderaan de kust van Cambodja. De bungalow heeft wel een paar kleine issues, zoals het toilet wat niet goed doortrekt en de douche die, dan weer warm, dan weer koud water geeft, maar het is hier gezellig en uit het raam van onze deur aan de voorzijde kijken we uit op één grote groene oase. Prachtig. Na het standaard ochtend ritueel lopen we ons paadje af richting het restaurant voor een ontbijtje. We worden hartelijk ontvangen en kiezen een tafeltje op de begane grond vlak bij het zwembad. Vanaf de menukaart kunnen we verschillende soorten ontbijtje kiezen en voor we het weten hebben we een mand met een heerlijk Frans-achtig banquette, chocoladebroodjes en jam. Uiteraard ook een groot bord vers fruit en thee en een vers sapje uit pak. Maar het smaakt ons heerlijk en onderwijl maken we een plan voor vandaag. Sas wil graag naar de peper boerderij en naar de top van de berg om daar wat grotten en een waterval te bekijken. Goed plan en bij de infobalie van het hotel bestellen we een scooter. Dit hebben we nu een aantal keren gedaan en bevalt ons erg goed. De Prijs varieert enorm, maar het is nooit duur. Maar het voordeel is wel dat je enorm vrij bent in je doen en laten. Bij dit hotel is de scooter het goedkoopst. Vijf dollar voor vierentwintig uur, maar omdat ze hem naar het hotel komen brengen voor ons betalen we twee dollar meer. Prima hoor. En na zo’n twintig minuten rijden we op de hoofdweg van Kep richting een pompstation om de scooter vol te gooien met benzine. Voor vijf doller zit de tank vol en kunnen we onze reis voort zetten. Eerst naar de peper fabriek. De peper die wij in Europa gebruiken komt voor het meerendeel uit dit gebied en we kunnen straks zien hoe deze groeit en bewerkt wordt. Dat is leuk. Vanaf de geasfalteerde weg draaien we rechts een poort door en volgen we ons pad over een rode klei - stenen pad. De weg is stoffig en ik moet heel wat kuilen en vooral grote rotsblokken vermijden, maar we rijden door het binnenland van de provincie van Kampot nu en ik word hier zooooo blij van! Wat een prachtig landschap is het zo. De rijstvelden met de palmbomen en overal de kleine hutjes, afgewisseld met hier en daar een groter gekleurd huis. De mensen die ons aanstaren, vrouwen in pyjama pakken, maar vooral de kinderen die allemaal naar ons zwaaien en roepen en waar je soms ook een gesprekje mee kan voeren. We zien kindjes in de kleine rivieren zwemmen, spelen, de koeien langs de weg en in de akkers en buffels in de velden. De winkeltjes langs de weg met allemaal dezelfde verkoopwaarden; vage zakjes snoep en chips, water, kokosnoten en divers vers fruit. De waslijntjes waar de was hangt te drogen en de rookpluimpjes van de voorbereidingen voor het eten of van het verbranden van het huisvuil. De mannen en vrouwen die met hun rieten hoedjes op het land bewerken of zomaar aan de kant van de weg zitten, alsof ze helemaal niets doen. Als we soms even stilstaan lijkt het een 3D bewegend schilderij, waar we onderdeel van zijn. Er gebeurt veel en er is heel veel te zien en op te snuiven.

De weg duurt zo’n half uur in het tempo waar in we rijden. uiteraard worden we veel ingehaald door inwoners die deze weg gewend zijn. Ik denk alleen maar aan de arme velgen en banden van de scooter. Ik heb geen zin om hier een lekke band te krijgen. Onderweg rijden we langs een secret lake. Een geheim meer dat door mensen is aangelegd en eigenlijk geen geheim is. Waarom het meer zo heet is kan ik helaaas niet achterhalen. Dan nog eens vijf minuten verder staan we voor de poort van de peper boerderij, La Plantation (op z’n Frans). We zijn niet de enige die de boerderij komen bezoeken, dus we zetten onze scooter naast die van de andere toeristen en tuktuk karretjes neer. Hier buiten is het heerlijk. Uiteraard warm, zo’n 35 graden, maar ook vrijwel stil met af en toe een hard krekel geluid. We lopen het pad af richting het hoofdgebouw, waar we hartelijk worden ontvangen. Over dertig minuten is er een tour door het bedrijf, dus we laten ons eerst verfrissen met een verse limonade. Sas heeft iets van een bloemen limonade en ik een soort limoen. Onderwijl we de omgeving af turen, schrijf ik nog een stukje blog en voor we het weten is het half uur alweer om en beginnen we aan de tour. We starten aan een lange tafel met zo’n tien andere mensen. Iedereen krijgt een vel papier met daarop verschillende pepers. Eerst wordt er verteld over de boerderij en daarna komen er steeds schaaltjes langs met de verschillende pepers. Tijd om te proeven en aan te vinken welke je het lekkerst vindt. Uiteraard is er een winkeltje waar je jouw favoriet kan aanschaffen en als je wil ontvang je dan ook nog wat recepten. Na de aankoop van wat verse pepers is het tijd om het proces te gaan bekijken in de tuinen. Deze boerderij is het grootst in de omgeving en heeft 9.000 peper ranken staan. Het zijn enorme velden als je er door heen loopt. We zien het verschil tussen de zwarte, rode en witte peper en nog wat andere kruiden die op het terrein groeien. De gids spreek prima Engels en is enorm enthousiast. Heel erg leuk om te zien hoe goed ze het hier doen. Het bedrijf is in 2014 opgezet door een Française en een Belg en inmiddels hebben ze ruim 150 man personeel. Het personeel mag gratis op het terrein wonen als ze dat willen (er zijn meerdere huisjes neer gezet) en de werknemers krijgen van het bedrijf driemaal daags een maaltijd. Hun werktijden zijn van 7 uur tot 11 uur en van 13 uur tot 17 uur. Dus een extra lange pauze. Daarnaast wordt de basisschool in het dorp geheel financieel onderhouden, zodat kinderen daar gratis naar school kunnen en bij de hogere school worden de meeste leerlingen voorzien van collegegeld. De tour door de fabriek is geheel gratis, maar ze vinden het leuk als je iets aanschaft in hun winkel of een donatie doet. Prachtig initiatief dus. De tour is best lang en na de rondleiding lopen we nog heel even op eigen gelegenheid nog een rondje. Vooral de waterbuffels vinden we leuk om nog even te bekijken, zeker ook omdat een vrouwtje een jong kalfje bij haar heeft lopen.

Na de rondleiding stappen we weer op onze scooter en navigeert Sas ons naar een grote berg in de buurt. Daar is een grote grot die ze graag wil laten zien aan me. De weg gaat tussen de rijstvelden en andere akker door en langs een klein smal weggetje langs een rivier. Lange de weg komen we veel mensen tegen en sommige van hen, staan we even mee te praten. Wederom zijn het vooral de kinderen die de aandacht leuk vinden, maar ook die ons erg bekijken, alsof ze nog niet eerder een blank persoon hebben gezien. Laat staan een stel die veel op elkaar lijken, behalve dat de één een zeeroverdoekje op zijn hoofd heb tegen de zon en de ander lange blonde haren. De kinderen vermaken zich hier allemaal buiten. Dat is ook logisch omdat ze hier in de meeste gevallen een open huis bezitten en dus buiten aan het klimmen zijn of zwemmen of samen met een bal aan het spelen. 

We blijven het hobbelige paadje volgen langs de rivier en moeten dan over steken bij een klein houten bruggetje. Enkele planken zitten wat los en even begin ik hem te knijpen. Als dat maar goed gaat. Sas stapt af en loopt alvast en langzaam breng ik de scooter naar de overzijde. We komen droog over, maar ik denk dat degene na mij minder geluk heeft. We zetten de route voort aan de andere kant van de rivier waar een rood stenen pad loopt. Dan zien we een bord met de naam van de grot en kunnen we de scooter neer zetten. Enkele kinderen beginnen om ons heen te roepen en ze willen allemaal onze gids zijn in de grot. Een jonge dame van maximaal 15 jaar gaat ons begeleidden en rondleiden, maar eerst moeten we langs een soort politieagent die hier de boel in de gaten houdt. Deze vraagt een doller entree per persoon voor de grot. “Grappig” merkt Sasha op, “de vorige maand stond hij hier niet en konden we gewoon naar binnen”. Ach zo werkt het en dus betalen we de man en lopen we achter de jongedame aan die een grote zaklamp bij haar heeft. Naast haar blijft een jongeman van ongeveer dezelfde leeftijd meelopen en hij is duidelijk de grapjas van de twee. Beide praten zeer goed Engels, dus dat is heel fijn. Eerst gaan we een hoge trap op waar we bovenaan een prachtig uitzicht hebben op de omgeving. Enkele treden met een trap naar beneden brengt ons in de grot, waar een mooi offerplek is voor Buddhisten. “Willen jullie de moeilijke of de makkelijke weg terug?” Vraagt het jonge meisje. Ik kijken een diep zwart gat in en ben snel klaar. De makkelijke weg terug is prima. Ik weet niet wat we gaan zien, maar laten we het vooral leuk houden. “Okay follow me” en de twee kinderen lopen voorop aan de linkerkant een grot in. Het eerste stukje is prima te doen. We stappen op en over wat grote stenen en ze verteld dat sommige rotsen op dieren lijken. Vooral veel op de olifant en de tijger. Boven ons hoofd wonen heel erg veel echte dieren; vleermuizen. En als ze haar lamp omhoog schijnt zie je ze heen en weer fladderen en aan het plafond hangen. Steeds dieper gaan we de grot in en het stappen, wordt steeds meer klauteren. Het klauteren wordt steeds meer klimmen en ik heb serieus spijt van deze trip. Een aarde donkere grot vol diepe gaten en twee kinderen die ons met een zaklamp even vertellen welke kant we uit moeten lopen. Hier moet u uw voet zetten. Nee, nee nier hier daar is het glad, maar wel hier. Het zweet spuit overal uit en ik houd Sas goed in de gaten achter me. Als je hier uit glijdt en verkeerd terecht komt heb je serieus een probleem. De twee jonge kinderen klimmen als twee kleine aapjes door de grot. De jongeman heeft inmiddels mijn rugzak over genomen, zodat ik iets meer bewegingsvrijheid heb. Maar zelfs met de rugzak op, zie ik hem alle kanten op springen. Met een twintig minuten klimmen zijn we bijna op de bodem van de grot. “Helaas” zegt het meisje, “doordat het heeft geregend kunnen we er beneden niet uit, maar zullen we via de bovenzijde eruit moeten klimmen” Huh wat? Mijn god  wat gaan we doen? Maar voor ik het kan bedenken geven de kinderen al aanwijzingen waar ik mijn voeten neer moet zetten en voor we het door hebben klimmen we weer zo’n meter of drie omhoog. Verdomme denk ik nog, als ik dit had geweten dan was ik met de trap terug gegaan. Maar dan zie ik ergens een stukje licht en ben ik blij dat we nog maar een meter of vijf hoeven te klimmen. Voorzichtig stappen we langs grote rotsen en door smalle kiertjes en dalen we dan langzaam weer op een bodem van aarde. Het zweet spuit overal uit en ook Sas staat naast me op de vaste bodem. De kids lachen een beetje en roepen: “ leuk he, da’s dan vijf dollar!” We moeten er nu ook wel een beetje om lachen, maar daar even kneep ik hem toch echt wel even.

Sasha krijgt nog een mooie bloemenkratjes op haar hoofd en met z’n vieren lopen we terug richting onze scooter. Vlak voor we bij de scooter zijn, vragen de kids of we drinken van ze willen kopen. Ze hebben hier een klein huisje waar ze met hun ouders wonen. Moeder ligt in de hangmat en lacht naar ons als we met iedereen aan het praten zijn. Sasha ziet kleine kleine honden pups en is wederom verkocht. Als ik met mijn ogen knipper heeft ze er al eentje in haar armen. Op de enige tafel die buiten staat, naast een grote koelbox ligt een rode kaart. Een trouwerij uitnodiging. De gouden tekst op de rode kaart trekt mijn aandacht. De jonge knul merkt dat op en pakt de kaart en maakt hem open en verteld me precies hoe dit werkt. Iedereen van het dorp wordt uitgenodigd, maar ze hopen vooral dat je iets in de envelop doet die erbij zit. De meeste mensen geven 25 dollar. Maar zegt hij er zijn ook slechte mensen die bijna niets geven, maar wel veel alcohol drinken. Die kunnen goedkoop dronken worden hahaha. Ik ontvang de kaart als souvenir, dus dat is een lief gebaar. We nemen afscheid van elkaar en samen lopen we nog naar de scooter. Daar staat een andere jongeman die beweerd op onze scooter te hebben gepast en de parkeerplaats kost een dollar. We staan serieus onder een boom in de schaduw, aan de kant van de weg. Ik bedankt hem voor zijn werkzaamheden en aanbod en vertel hem dat hij dat met de andere kids moet regelen. We starten de scooter en na wat zwaaien rijden we op ons gemak weer een nieuwe richting in.

De weg is nog steeds ruig te noemen. De rode klei en rotsen maakt het rijden niet gemakkelijk, maar dit is nu eenmaal de richting die we op moeten. We komen door een klein dorpje, waar de middenweg enkel rood mul zand is. Alsof je in een western dorpje in Amerika rijdt, echter nu met Cambodjaanse mensen. We draaien nog een paar weggetjes door langs de boerderijen en akkers en zien dan een grote groep monniken een huis bouwen. Ik draai even het bouwterrein op en probeer een conversatie aan te gaan. Alle monniken hebben hun werkzaamheden neer gelegd en gaan op een afstand, ietwat ongemakkelijk naar ons staan kijken. Met enkele gebaren kan ik begrijpen dat het huis een verblijfplaats wordt voor hun zelf. Een plek waar de jongere monniken kunnen slapen. Niet eerder heb ik gezien dat ze het verblijf ook zelf met elkaar bouwen, dus dat is een mooi gezicht. Helaas is de  communicatie moeilijk, omdat ze bijna geen Engels kunnen. We wensen ze veel geluk en stappen dan weer op onze scooter. Op ons gemak rijden we terug naar Kep, maar gaan niet terug naar ons hotel. We rijden rechtdoor en zoeken naar nieuwe plekjes in Kep, wellicht om daar te eten. Als we de weg blijven volgen, komen we aan de waterkant terecht en hier staat het vol met kleine winkeltjes waar je kleding, maar ook iets kan eten. We rijden langs de lange rij ondernemers, totdat we aan het eind van de drukte zijn en zien daar het nationale monument van Kep in het water staan: een grote (blauwe) krab, meet daaronder de zin: welcome in Kep. Hij is groot en ziet er mooi uit. Maar de zee eromheen ziet er helemaal niet aantrekkelijk uit. Helaas gooien veel mensen hun rommel hier op straat of in zee. We hebben dit voortdurend gezien. Het meest erge was dat wel in de grote stad Phnom Penh, maar eigenlijk zie je het overal wel. Recyclen wordt bijna niet gedaan in dit land. Het beetje afval wat gerecycled wordt in Phnom Penh, wordt naar Vietnam gestuurd ter verwerking. Dat is toch bizar. We rijden terug en kijken of we ergens kunnen zitten. Aan het eind van alle stalletjes zijn we weer bij de vismarkt van Kep en we zetten onze scooter hier neer. De eerste paar kraampjes hebben souveniertje en geen vis en de stalletjes een hebben wat groente en fruit. Als we een beetje aan het kijken zijn bij het fruit, krijgen we van een dame een groen klein vruchtje te proeven. Het heeft ietsjes van een klein augurkje. Sasha herinnerd zich de vrucht van een eerdere ervaring en begint me te filmen, wanneer ik een hap neem. Wauw dat is een partij zuur, zodat mijn hele gezicht betrekt. Sasha en de dame achter de stal moeten erg lachen. We danken de vrouw en lopen verder de markt op. Nu komen we bij het visgedeelte en ondanks dat het er niet zo lekker ruikt, ziet het er best mooi uit. Bakken vol met garnalen in verschillende formaten, krabbetjes in allerlei formaten, vissen groot en klein en inktvissen. Het ziet er allemaal best goed uit en iedereen loopt door elkaar heen te roepen. Ook aan ons proberen ze een kilo krab te slijten, maar we zijn niet geïnteresseerd. Wij willen alleen mooie plaatjes bekijken. Met een paar ,kleine paadjes tussen de stalletjes door staan we weer op de hoofdweg en stappen we een klein restaurantje binnen. Ook hier praten ze geen Engels en met handen en voeten moeten we vertellen dat we graag iets in hun restaurant willen eten. Het duurt even, maar uiteindelijk hebben we beide een bordje met rijst, groente en wat kip en kunnen we met een volle buik terug keren naar ons hotel. Op onze kamer nemen we nog een klein ijsje en rond tien uur gaat bij ons beide het lampje uit.

Foto’s

3 Reacties

  1. Ria Koreman:
    21 mei 2022
    Jeetje wat een verhaal en wat zullen jullie bang geweest zijn in die grot. Maar over die pepers, daar had ik wel bij willen zijn, lijkt me fantastisch. Geniet nog even want het is bijna voor bij schatten en dan moeten jullie weer naar het gewone leven. Dikke knuffel xxx
  2. Joke van Zeeland:
    21 mei 2022
    Was even spannend 😂😂 Leuke foto’s 👍😘
  3. Henk Spijker:
    24 mei 2022
    Lopen in die grot zou voor mij niets zijn. Maar het is toch wel geweldig om het mee te maken.