Met Seyha op stap en naar de Batcave

10 mei 2022 - Battambang, Cambodja

Na een goede nachtrust in het heerlijke schone bed en een goede douche, nemen we een kijkje in het restaurant voor ons ontbijt. Wauw dit overtreft onze verwachting. Een enorm uitgebreid buffet met alles erop en eraan. Koud, warm, met en zonder, het is er allemaal. Buiten onder de bomen, naast het zwembad nemen we een tafeltje en laten we het ons heerlijk smaken. We bekijken onze reisbijbel om te zien wat we hier allemaal kunnen beleven en besluiten bij de receptie te kijken of we een tour kunnen boeken. Bij de receptie staan drie jonge dames die met redelijk Engels te kennen geven dat ze zelf geen tours hebben, maar ze kunnen wel een tuktuk rijder bellen voor ons. Prima natuurlijk. De tuktuk rijder is er met zo’n tien minuten en hij heeft een grote open wagen. Dat is fijn, omdat je dan beter om je heen kan kijken. We leggen ons plan voor om een aantal plaatsen te bezichtigen en hij heeft goede tips. De killing cave wordt de afsluiter van de dag, omdat aan het eind van de dag alle vleermuizen uitvliegen op zoek naar voedsel. Daarnaast is het een prachtig gebied met bijzondere tempels en natuur. We laten ons verrassen, maar eerst nog een prijs afspreken. “25 dollar voor de hele dag” zegt de chauffeur en kijkt wat ongemakkelijk naar ons. Wij kijken naar elkaar en herhalen de 25. “Sorry, it’s too expensive?” Nee hoor beste man, we gaan met je mee! Misschien moet ik strenger zijn met afdingen, maar soms gun ik de mensen ook een goede prijs.

Seyha kent de omgeving op zijn duimpje en stuurt ons op zijn gemak door de buitenwijken van Battambang. Het valt ons direct op dat het hier een stuk groener is, maar ook schoner dan in Phnom Penh. Er ligt nog steeds hier en daar vuil op de de grond, maar niet meer zo erg als in de grote stad. Bovendien is het hier het groen wat overheerst en we nemen alle kleuren en geuren goed in ons op. Het is prachtig. Na een half uurtje rijden stoppen we bij een oud stationnetje. Hier rijdt zo nu en dan nog een trein en maar dagelijks kan je hier met de Bamboo train. Een stel losse wielen met een bamboe dek erover, waarmee je een rit kan maken naar een verderop gelegen dorpje. Vroeger werd de bamboe trein met een pomp en stok voort geduwd, maar tegenwoordig wordt er een klein motortje op de wielen gezet om de vaart erin te houden. Met een heerlijke wind om de oren rijden we langs de rijstvelden en palmbomen. De koeien die hier en daar in het veld staan opgesteld kijken er al niet meer van op. Na een rit van ca tien minuten stoppen we en moeten we van de kar afstappen. Aan de kant van de weg is een klein winkeltje waar we wat te drinken of een zakje zoetigheid kunnen kopen. De reden van de pauze is ons niet helemaal duidelijk, het begon net leuk te worden denk ik nog. Totdat er aan de van de andere kant een andere bamboe trein aan komt. Er is slechts een enkel spoor en de karren moeten omgedraaid worden. De motor op de kar draait maar een kant op, dus wil je terug rijden zal je de hele kar moeten omdraaien, maar ook daar zijn de bestuurders behoorlijk behendig in. We stappen over op de andere kar en met een nieuwe chauffeur zetten we de trip weer voort richting het dorpje. Na nog een keer tien minuten komen er in the middle of nowhere wat huisjes in het verschiet. Bij aankomst komt er een dame zwaaiend en roepend naar buiten gelopen. ”You come here en sit down and drink okay?” De vrouw beheert haar winkeltje en doet hier prima zaken volgens mij. Ze wil ons van alles aansmeren, maar we hebben eigenlijk geen behoefte om T-shirt, jurken, broeken, sjaaltjes of iets te kopen. We kopen een verse “Kings coconut” van haar. Een heerlijke grote groene noot die met een goot mes van boven wordt geopend. Met een rietje drink je direct het koele kokos water en deze is zoet en fris, en bovendien gezond. Na een kwartiertje te hebben gezeten, stappen we weer terug op het treintje en rijden we terug naar het stationnetje waar we begonnen. Een leuke ervaring! 

Onderweg stopt Seyha bij een dame aan de weg die in bamboe stokken een rijstpapje maakt. Sticky bamboo rice. De stuk bamboe is gevuld met rijst, zwarte bonen en fruit en het geheel wordt met een vuurtje gekookt. Na het koken wordt de schil heel dun eraf gesneden en open je de bamboe stuk als een bloem. De vulling is als een snack uit de bamboe stok te eten en het is lekker. Een zoet, stevig hapje. Volgens onze tuktuk chauffeur is het erg gezond, omdat alle voedingstoffen en vitaminen in de stok blijven tijdens het koken. Onderweg stoppen we bij een familie die spring roll-vellen maakt. Ronde loempia vellen van zo’n 20 cm doorsnede. Hele dunne ronde vellen van meel met water worden hier heel vakkundig, boven een oven met een vuurtje van bamboe schors gebakken, waarna op een groot metalen rooster gedroogd in de zon. Uiteindelijk blijft er een soort plastic pannenkoekjes over en deze worden verkocht aan restaurants of aan inwoners die zelf loempia’s maken. Honderd van deze velletjes kosten twee dollar.

We rijden door de landschappen en krijgen een mooi beeld van het plattelands leven in Cambodja. De rijstvelden, de palmbomen, de bananen bomen, de vele winkeltjes langs de weg met voornamelijk eten en flessen benzine. Het is prachtig om te zien dat iedereen op zijn eigen manier zijn invulling heeft en we genieten; dit is precies zoals ik de vakantie het liefst invul! En vaak moet ik aan Elske denken die hier zoveel mooie foto zou maken. Uiteraard maken wij ook voldoende plaatjes, maar het blijft moeilijk om alles te beschrijven. En waar ik meestal blijf ouwehoeren, zou Elske rond gaan lopen om mooie plaatsjes te schieten.

We stoppen bij een oude boeddhistische tempel uit het jaar 1000. Het is slechts een ruïne, maar daarnaast is een nieuwe tempel neer gezet. Een mooie rustige plek tussen alle palmbomen met aan de zijkant een prachtig groot Buddha beeld. Rondom de tempel lopen monniken in hun oranje gewaad hun ding te doen. We bekijken de tekeningen op de tempel en de beelden rondom het complex. Bij de tuktuk nemen we een snelle lunch van fruit wat we mee hebben genomen vanaf ons hotel. Sasha had van de week deze boodschappen al gekocht en het zou zonde zijn om dit weg te gooien. Met z’n drieën eten we wat banaan, meloen en rambutans. Deze laatste vrucht ken ik uit Indonesië. De naam in Cambodia is anders, maar die is moeilijker te onthouden. Sowieso is de taal een stuk lastiger dan het Behasa Indonesië, maar ze gebruiken dan ook geen westerse leestekens. De Rambutan is een soort lichee, maar dan met een stekelige schil. Een kilo kost hier maximaal 50 cent, dus een lekker goedkope lunch.

Vanaf de tempel moeten we zo’n dertig minuten rijden naar de andere kant van de provincie Battambang. Na tien minuten stoppen we nog even langs de kant van de weg. Daar zit een man met een groot mes bruine noten stuk te slaan. Althans zo lijkt het in eerste instantie. De bruine noot van ca 17 cm doorsnede is de Palm noot van een palmboom. Dus geen kokosnoot! Hierin zit een witte vrucht, de palmvrucht met daarin wat palmsap. We mogen er eentje proeven en het zachte vruchtvlees is lekker fris. Ik denk dat hier ook palmolie van wordt gemaakt, maar Seyha zegt dat ze dat niet kennen hier in Cambodja. We zetten onze trip voort richting de killing cave en ondertussen genieten we van het landschap. Na twintig minuten zien we de enorme berg al liggen en er staan veel tuktuks en scooters geparkeerd. De killing cave staat bekend om zijn oorlog herdenkingsmonument en de vleermuizen. We starten de klim naar boven om zo bij de tempel helemaal aan de top te komen, want van bovenaf is er een geweldig uitzicht over de provincie Battambang. Dit keer geen trap maar een schuin geasfalteerde helling. De trip duurt zo’n twintig minuten en het zweet begint al vrij snel zich een baan naar buiten te vinden. Vlak voor de top is er een splitsing met een afslag naar links, maar wij gaan eerst rechtdoor naar de top. Een Nederlands stel is weer op de terugweg en verteld dat ze niet verder durfde omdat de apen zo vervelend waren. De dame vond het te eng en dat begrijp ik want de dieren kunnen best opdringerig zijn. Wij lopen uiteraard door en nog geen honderd meter verder zien we de eerste apen al zitten. Ze kijken wat verveeld naar ons en gaan door met hun bezigheid, wat dat dan ook mag zijn. We lopen het laatste stukje richting een plateau naast de tempel waar je prachtig uitzicht heb. Zo’n uitzicht maakt zo’n klim dan echt weer de moeite waard. Naast het plateau zien we diverse apen al donderjagen en het ziet er super gezellig uit. De dieren zijn snel en behendig en er lopen diverse apen rond met een baby op hun buik of aan hun arm. We hebben vooraf alle losse spullen in onze tas gedaan en daardoor zijn we compleet oninteressant voor de apen. Ze kijken ons aan als we een foto van ze maken en negeren ons dan compleet. We lopen om de kleine tempel heen en zien ook binnenin de tempel diverse apen spelen. Ondertussen komen er twee toeristen bij ons op het tableau lopen, waarvan er eentje in zijn tas begint te grabbelen. Dat wordt heel snel opgemerkt en al snel zitten de apen om ons heen. Als we het trappertje af lopen, Sasha loopt voor me uit, krijg ik een tik op mij kuit van een aap. Hij is heel nieuwsgierig en hoopt dat ik iets te eten bij me heb voor hem. Ik jaag hem snel weg met wat luide kreten en gezwaai. We lopen door en al snel hebben we een geruime afstand van de apen.

We dalen een stukje de heuvel af gaan nu rechtsaf de andere afslag in. To the batcave staat er op het bord. Die kreet ken ik ergens van haha. Boven ons hoofd springen de apen van tak naar tak en zo aan het gekrijs te horen zijn ze wild aan het spelen met elkaar. Na zon’n honderd meter komen we op een groter pleintje waar wat kinderen aan het voetballen zijn. We worden toegezwaaid en geroepen en binnen enkele tellen sta ik boven op een berg met een gevoelstemperatuur van 38 graden te voetballen. Het zweet loopt nu echt overal uit, maar het is te gezellig om zomaar door te lopen. We vragen de kinderen om de grot en twee van de kinderen lopen meteen voor ons uit. We moeten een trap naar beneden nemen en komen dan in een vreemd stuk jungle terecht in het midden van de berg. Het zou een decor kunnen zijn uit Indiana Jones, door de groene planten en de verouderde beelden die hier staan. Aan de zijkant is een ruimte in de rotswand gemaakt en daar ligt een slapende Buddha van zo’n twintig meter lang. Prachtig! De kinderen roepen ons om mee te lopen verder het decor in. Rechts is een opening de grot in. Even twijfelen of we wel mee moeten lopen, maar ach als die kleintjes het doen dan…en binnen de kortste keren lopen we met het lampje van onze telefoon in een donkere grot. Het is er smal, een beetje vochtig en laag en de kinderen roepen dat we uit moeten kijken hier voor ons hoofd. Na enkele meters klauterend door de smalle gang van de grot te zijn gekomen, zijn we in een iets grotere ruimte met in het midden opnieuw een Buddha beeld. Niet zo heel groot dit keer, maar hij staat er toch maar weer. Aan de andere kant zie ik iets van daglicht en zo klauteren we via een smalle trap weer naar buiten. We staan weer in het begin en de kids nemen ons gelijk weer mee in een andere grot. Deze is nog een een stuk kleiner en ook voor de kids best een klim. Aan het plafond zien we wel vleermuizen hangen, maar ik ben blij als we naar enkele meters weer daglicht zien en eruit kunnen klauteren. Ondanks dat het klauteren niet meer helemaal mijn ding is, is het wel weer een prachtige ervaring op een bijzondere plek. Met een hele brede glimlach lopen we met dezelfde trap als we gekomen zijn weer terug naar boven. We geven de kids een fooi en lopen dan, met de apen nog even boven ons hoofd, terug naar het begin van de weg, om daar vandaan weer naar beneden te lopen naar onze chauffeur. Na zo’n twintig minuten staat hij relaxed aan de rand van de grote rots naar ons uit te kijken. Maar we gaan niet direct weg. In de rots voor ons neus zit een enorme scheur en hier wonen duizenden vleermuizen. Als de schemer invalt, zitten we met een cocosnoot en een Fanta op schoot te staren naar de rots. En dan ineens horen we een hoop gezoem en komen in een lange stroom de vleermuizen naar buiten. Hier vandaan gaat de stroom naar een verzamelplaats en verspreiden ze zich in dit gebied op zoek naar eten, voornamelijk insecten. De stroom die uit de rots komt is bizar lang en duurt zo’n half uur. Duizenden vleermuizen zijn het. Dan begint het ineens te regenen en pakken we onze boel in om terug te rijden naar de stad. Na een half uurtje rijden laten we ons door Seyha afzetten in een klein straatje met restaurants, zodat we de energies weer kunnen aanvullen. Vanavond eten we lekker Indiaans met twee soorten Naan en twee kommetjes vlees en groente pretje. Het smaakt ons goed. Na het eten lopen we over de brug van de rivier naar ons hotel en vallen we na het gebruikelijke avond ritueel, heerlijk in slaap.

Foto’s

4 Reacties

  1. Joke van Zeeland:
    11 mei 2022
    Jullie zullen wel slapen als rozen. Leuke dag.👍👍
  2. Ria Koreman:
    12 mei 2022
    Wat een ervaring weer, geweldig. Was ook blij je stem weer even te horen hoor schatten. Slaap lekker. Op naar het volgende verhaal.
  3. Ger Koreman:
    12 mei 2022
    Zo leuk om te lezen!
  4. Henk Spijker:
    16 mei 2022
    Wat een verhaal weer met al die apen en vleermuizen.